
De fruitvlieg op het raam bekijkt zijn wereld graag groots.
Dat kan ook niet anders, want alles is groot als je het bekijkt vanuit zijn perspectief. De mensen verplaatsen zich met oorverdovend lawaai als logge bergen. Gelukkig dat hij behoorlijk doof is. Fruitvlieg houdt van al dat grootse, omdat er dan veel te ontdekken valt. Zoals de geur van een enorme rottende appel. Hij is trouwens ook dol op drop. Het liefst al voorgekauwd en uitgespuugd. Een kleverige massa die hij voorzichtig benadert omdat anders zijn ledematen blijven plakken, en dat dit dan het einde betekent van zijn (toch al korte) leven. ‘Ach wat is tijd? Denkt de fruitvlieg. ‘Ik zit op het raam en zie wat een ander niet ziet. Ik ben trots om fruitvlieg te zijn. Met alles wat daarbij hoort. Zelfs de duim, die als deze je waarneemt, zomaar platdrukt. Op deze dunne scheidslijn van gevaar voel ik me meer levend dan ooit’.
En samen met bromvlieg ben ik een van de oudste bewoners van de aarde. En wie kan er zeggen in de ochtend: “ik weet het niet”. ‘En als de schemering invalt, je meer weet dan je ooit vermoedde. Ik leef en geniet volop’. Zeg nu zelf, als jij dat weet, dan wil je toch ook een fruitvlieg zijn?
Geef een reactie