De verwondering van de fruitvlieg

De-Verwondering-Van-De-Fruitvlieg-02_Als-Brugman-praten-Straotpraot

De fruitvlieg op het raam bekijkt zijn wereld graag groots.

Dat kan ook niet anders. Alles is groot vanuit zijn perspectief.

Mensen? Dat zijn logge bergen die zich met oorverdovend lawaai verplaatsen. Gelukkig, denkt de fruitvlieg ben ik een beetje doof.

‘Al hou ik van dat grootse, en strijk ik graag neer om op de arm van zo een logge berg neer te strijken. Wat een uitzicht en waar mensen zijn, daar is voedsel. Genoeg om te ontdekken! De fruitschaal, met de geur van een rottende appel doet mijn poten dansen. Net als stinkende drop, liefst flink gekauwd en uitgespuugd. Een onweerstaanbaar kleverig goed. Ik benader drop wel voorzichtig want als mijn poten blijven plakken, betekent dit het einde van mijn (toch al) korte leven.

‘Maar ach wat is tijd? ‘Ik zit op het raam en ik zie wat een ander niet ziet. Ik ben trots om fruitvlieg te zijn. Met alles wat daarbij hoort. Zelfs van de duim, die als die je ziet, je zomaar platdrukt. Op de dunne scheidslijn van gevaar voel ik me meer levend dan ooit. Ik leef en geniet volop. Ik kan tenminste zeggen in de ochtend: ” ik weet het niet, en als de schemering invalt en mijn leven voorbij is, weet ik meer dan ik ooit kon vermoeden”.

‘Zeg nu zelf: dan wil jij toch ook een fruitvlieg zijn!’