Hartzaken

Een van de vele Straotpraot ontmoetingen.

Er steekt een flinke hoeveelheid, witte plastic tie-rips boven het stuur uit. De vastgebonden sprieten zien eruit als een wilde haardos die alle kanten opgaat. Bedoeld om bundels reclamefolders bijeen te houden. Vol met waar die we doorgaans niet nodig hebben. De man achter de kinderwagen vol papier steekt er schriel bovenuit.

De man die de sjouwerij uitvoert is van middelbare leeftijd. Aardig kalend. Hij draagt een vaalrood T-shirt, een spijkerbroek en witte sokken. Iemand die je omschrijft als doorsnee en opgaat in de massa. Ik zwaai naar hem. Hij stopt en steekt de straat over. Zijn kinderwagen  laat hij staan.

‘Ik ken jou’, zegt hij, ‘jij fietst altijd met je hond en zit weleens aan de straat met een tafeltje’.
‘Ja, zeg ik ‘en jij?
Ik wijs naar de overkant.
‘Jij doet zwaar werk. Respect, wat een kilo’s’.
Hij antwoord, ‘bedankt, ik heb van de week 158 km gelopen’.
Een precies getal zonder verdere uitleg.

‘En’, vervolgt hij, ‘mijn vrouw is een paar jaar geleden overleden. Bij de begrafenis zei mijn schoonmoeder toen hoe ze echt over mij dacht. Niet erg leuk, ik kreeg spontaan een hartaanval. Ik voelde een druk op mijn borst en ben na de begrafenis meteen naar de huisarts gegaan, die stuurde me weg met een doosje paracetamol. Toen ben ik zelf maar naar de eerste hulp gegaan en bleek dat ik inderdaad een hartaanval had gehad’.

Hij gaat door.
‘Ik ben soms weleens eenzaam en eet alleen’.
‘Wist je dat er veel te doen is in de wijk? Zeg ik.
‘Het buurthuis, eetclubs, en je kunt biljarten?
‘Ik zie graag mensen op straat’, zegt de man, ‘net als jij’.
Zijn donkere ogen kijken me strak aan.
‘Maar als ik me alleen voel ga ik liever lekker fietsen. 72 km deze week’.
Een man van de exacte cijfers.

‘Nou’, zegt hij,
‘Ik ga verder anders gaan de mensen klagen waar de folders blijven. Dat gemopper tegen mij, da’s niks en ik wil niet weer een hartaanval krijgen’.