Lievelingsslippers

Het leven is van alles. Curieus, fragiel, waarachtig en soms onvoorspelbaar. Het kan knellen, of voelt als het dragen van je lievelingsslippers.

Vijftien jaar terug. Mijn oudtante, die op hoge leeftijd is, nu het toonbeeld van een klassiek verhaal. Zij valt in huis en breekt haar heup. Mijn oudoom probeert voor haar te zorgen. Weken zit hij naast haar bed, perst sinaasappels uit en vergeet zelf te eten. Zijn aandacht alleen op haar gericht. Zijn grote liefde. Door de verwaarlozing krijgen zij beiden een delier, en gaat het zo bergafwaarts dat ze allebei in het ziekenhuis terechtkomen. Daarna verhuizen zij “tijdelijk” naar een verpleeghuis.

Daar wordt hun gehaktdag er één van willekeur en storten al hun routines in het ravijn. Oom die in principe niets mankeerde, overlijdt als eerste.

Om het gat te vullen blijf ik slapen in het verpleeghuis, op een stretcher, in tantes kamer. Tante ooit een struise vrouw, overlever van twee oorlogen, van zwijgen en doorgaan, is sterk vermagerd. Haar knokige hand grijpt mijn hand door de spijlen van het ziekenhuisbed. Haar holle ogen kijken mij priemend aan. ‘Net als vroeger’, zegt ze, net een pyjamafeestje met een vriendin’.

Ik blijf nog een paar dagen, want dan kan zij hier nog even blijven. Thuis wacht haar niets en de zorg heeft geen tijd. Dus laat ik mijn trots varen net als zij. Was ik haar billen, luister, droog haar tranen en poets haar kunstgebit schoon.

Een paar weken later sta ik ook aan haar kist. Dan erf ik een volgeschreven agenda die een dichtbundel blijkt. Lees ik haar gedachten. Haar kijk op alledag. Vind ik brieven.

Tante en oom zo verbonden met elkaar. Zij ontmoette elkaar via een brief in de krant. Man zoekt. Hun eerste afspraak in het wachthuis van het treinstation op het Hofplein. Hij schreef: ‘ik zal een blauwe jas over mijn arm dragen, als het bevalt wat u ziet kunt u mij aanspreken, zo niet dan kunt u discreet weer op de trein stappen ‘.

Ze hielden het meer dan vijftig jaar samen uit. Met een vast ritme, thee in de ochtend, koffie in de middag. Op woensdag gehaktdag, op vrijdag boodschappen doen. Hij dekt de tafel, zij zet koffie en kookt.  Op donderdag naar de Hema voor een praatje. Op zaterdag een plakje cake met een vorkje, in het vaste, chique restaurant met echte servetten. Hij neemt altijd 1 kroket. Hij stopt haar in de avond in, en zij maakt hem in de morgen weer wakker. Samen werden ze bijna twee eeuwen oud. Nu is het klaar.

Maakt het uit? Want hoe mooi zijn levens die zo comfortabel aanvoelen als het dragen van je lievelingsslippers?